Naam |
Waarde |
Ernst gebrek |
Datum uitspraak |
15 april 2011 |
Datum publicatie |
27 mei 2011 |
Soort bron |
ECLI:NL: |
Bronspecificatie |
GHSHE:2011:BQ6307 |
Soort rechtspraak |
Belastingrecht |
Soort (rechts)college |
Gerechtshof |
Locatie (rechts)college |
's-Hertogenbosch |
Kamer |
Meervoudig |
Rolnummer(s) |
09/00175 |
Middelen |
|
|
Jaren in geschil |
2003-2005 |
Branchecode |
78201 |
Branche-omschrijving |
Uitzendbureaus |
Inhoud |
Belanghebbende heeft een uitzendbureau in de bouwsector. De inspecteur heeft bij belanghebbende een zogenaamd deblokkeringsonderzoek inzake een G-rekening ingesteld, waarbij enkele uren met belanghebbende is gesproken; tijdens dat onderzoek zijn de bankafschriften betrekking hebbend op de G-rekening ingezien. Twee jaar later heeft er bij belanghebbende een onderzoek plaatsgevonden gericht op de juistheid van de ingediende aangiftes loonbelasting/premie volksverzekeringen. Tijdens dit onderzoek is geconstateerd dat belanghebbende niet voor alle werknemers beschikte over de juiste loonbelastingverklaringen en dat van een aantal werknemers de identiteit niet op de juiste wijze was vastgesteld. Tijdens het onderzoek bleek ook dat er reiskostenvergoedingen waren betaald zonder dat duidelijk was waarop die gebaseerd waren. De na het onderzoek opgelegde naheffingsaanslag LB/PH, waarbij het anoniementarief werd toegepast en een boete werd opgelegd, bestrijdt belanghebbende met het vertrouwensbeginsel: door het deblokkeringsonderzoek was bij hem het vertrouwen gewekt dat de loonadministratie correct was. Het Hof oordeelt dat belanghebbende er niet op mocht vertrouwen dat de loonadministratie tijdens het deblokkeringsonderzoek op zijn fiscale merites was beoordeeld en verwerpt het beroep op opgewekt vertrouwen. Het anoniementarief wordt door het Hof gehandhaafd omdat door het ontbreken van handtekeningen op de LB-verklaringen deze geen zekerheid omtrent de identiteit kunnen geven. Het anoniementarief is evenmin een strafsanctie waarop artikel 6 EVRM van toepassing is. De correctie wegens de niet-sluitende reiskostenadministratie blijft eveneens in stand. De boete wordt gedeeltelijk verminderd. Hoger beroep gegrond. |
Wijze van administreren |
Digitaal-Handmatig |
Wijze van controle |
Gegevensgericht |
Omkering van de bewijslast gesteld? |
Niet voldaan aan administratieplicht |
Omkering van de bewijslast uitgesproken |
Ja |
Redelijke schatting correctie(s) |
Ja |
Is boete in stand gebleven? |
Gedeeltelijk |
Gewonnen/Verloren |
Niet aan de orde |
Noten/Commentaar |
NTFR 2011/1355 drs. J.C. Zeeuw |
Bronverwijzing |
V-N 2011/37.24.25
NTFR 2011/1355
FUTD 2011-1275 |