Naam |
Waarde |
Ernst gebrek |
Datum uitspraak |
02 mei 2017 |
Datum publicatie |
10 mei 2017 |
Soort bron |
ECLI:NL: |
Bronspecificatie |
GHDHA:2017:1269 |
Soort rechtspraak |
Belastingrecht |
Soort (rechts)college |
Gerechtshof |
Locatie (rechts)college |
Den Haag |
Kamer |
Meervoudig |
Rolnummer(s) |
BK-15/00890 t/m BK-15/00893 |
Middelen |
|
|
Jaren in geschil |
2005-2007 |
Branchecode |
69204 |
Branche-omschrijving |
Belastingconsulenten |
Inhoud |
in geschil of: a. de uitspraak op bezwaar moet worden vernietigd omdat deze niet binnen de termijn is gedaan; b. de Inspecteur wegens het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar een dwangsom als bedoeld in artikel 4:17, lid 1, Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), heeft verbeurd; c. de primitieve aanslag IB/PVV 2005 tijdig is opgelegd; d. de hoorplicht, het inzagerecht en het verdedigingsbeginsel zijn geschonden; e. de Inspecteur beschikt over een zogenoemd nieuw feit voor het opleggen van de onderhavige navorderingsaanslagen; f. belanghebbende en zijn echtgenote kunnen worden aangemerkt als fiscale partners; g. het leerstuk van de omkering en verzwaring van de bewijslast van toepassing is; h. het inkomen uit werk en woning op de juiste hoogte is vastgesteld; i. het saldo van de te verrekenen verliezen op een te laag bedrag is vastgesteld; j. het bedrag aan voorwaarts te verrekenen verliezen, welke zijn ontstaan bij de echtgenote van belanghebbende, moeten worden doorgeschoven naar belanghebbende; k. het bedrag van de nog te verrekenen pga op een te laag bedrag is vastgesteld; l. het voordeel uit sparen en beleggen op de juiste hoogte is vastgesteld; m. de verliesvaststellingsbeschikking en de beschikking niet in aanmerking genomen pga voortijdig zijn genomen; n. de navorderingsaanslag Zfw 2005 terecht is opgelegd; o. de Inspecteur in het geding in eerste aanleg niet heeft voldaan aan de in artikel 8:42 van de Awb neerlegde verplichting tot inzending van de op de zaak betrekking hebbende stukken; p. belanghebbende zich met vrucht kan beroepen op gewekt vertrouwen; q. sprake is van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; en of r. belanghebbende recht heeft op immateriële schadevergoeding. |
Wijze van administreren |
Digitaal-Handmatig |
Wijze van controle |
Gegevensgericht |
Omkering van de bewijslast gesteld? |
Niet voldaan aan administratieplicht |
Omkering van de bewijslast uitgesproken |
Ja |
Redelijke schatting correctie(s) |
Ja |
Is boete in stand gebleven? |
Niet aan de orde |
Gewonnen/Verloren |
Niet aan de orde |
Noten/Commentaar |
NTFR 2017/1707 met noot drs. M.J.M. A. Toet
FUTD 2017-1141 met noot redactie FUTD |
Bronverwijzing |
NTFR 2017/1707
FUTD 2017-1141
Belastingadvies 2017/11-12.10 |