Naam |
Waarde |
Ernst gebrek |
Datum uitspraak |
21 juni 2019 |
Datum publicatie |
21 juni 2019 |
Soort bron |
ECLI:NL: |
Bronspecificatie |
HR:2019:1009 |
Soort rechtspraak |
Belastingrecht |
Soort (rechts)college |
Hoge Raad |
Locatie (rechts)college |
's-Gravenhage |
Kamer |
Meervoudig |
Rolnummer(s) |
18/03315 |
Middelen |
|
|
Jaren in geschil |
2006-2009 |
Branchecode |
4777 |
Branche-omschrijving |
Winkels in juweliersartikelen en uurwerken |
Inhoud |
Procesrecht; (na tweede cassatie) vermindering boete door het hof in derde
verwijzingsronde wegens overschrijding redelijke termijn van berechting;
toepassing arresten HR 22 april 2005, ECLI:NL:HR:2005:AO9006, en 19 februari
2016, ECLI:NL:HR:2016:252; totale duur van berechting; voortvarende
behandeling van de zaak in eerdere fase(n) van de procedure kan overschrijding
redelijke termijn in latere fase in beginsel niet compenseren; na cassatie en
verwijzing geen compensatie met fasen vóór cassatie. |
Wijze van administreren |
Digitaal-Handmatig |
Wijze van controle |
Gegevensgericht |
Omkering van de bewijslast gesteld? |
Vereiste aangifte is niet gedaan |
Omkering van de bewijslast uitgesproken |
Niet aan de orde |
Redelijke schatting correctie(s) |
Niet aan de orde |
Is boete in stand gebleven? |
Gedeeltelijk |
Gewonnen/Verloren |
Niet aan de orde |
Noten/Commentaar |
V-N 2019/31.18 met noot Redactie
NTFR 2019/1753 met noot mr. F.C. van der Bogt |
Bronverwijzing |
BNB 2019/124
V-N 2019/31.18
NTFR 2019/1753
FUTD 2019-1642 |