Zaakweergave:

Zaakinformatie

« Terug naar zaken   Naar dossier»

Algemene gegevens

Naam Waarde Ernst gebrek
Datum uitspraak 23 september 2014
Datum publicatie 17 oktober 2014
Soort bron ECLI:NL:
Bronspecificatie PHR:2014:1845
Soort rechtspraak Belastingrecht
Soort (rechts)college Parket bij de Hoge Raad
Locatie (rechts)college 's-Gravenhage
Kamer Niet van toepassing
Rolnummer(s) 13/04127
Middelen
  • Omzetbelasting
  • Inkomensheffing
Jaren in geschil 2004-2006
Branchecode 56101
Branche-omschrijving Restaurants
Inhoud Belanghebbende drijft een Chinees-Indisch restaurant en is administratieplichtig. Hij maakt gebruik van een geautomatiseerd bestellingen- en afrekensysteem (hierna: bestelcomputer). Van de in de bestelcomputer ingebrachte gegevens worden bewaard: datum bestelling, tijdstip verkoop, totaal bedrag bestelling en de betaalwijze. Wel ingebracht maar niet bewaard worden: menunummer, omschrijving menu, aantallen bestelling, prijs per artikel, keukenbonnen, nummer ober, tafelnummer, afrekening per ober en correctieboekingen (hierna: detailgegevens). Naar aanleiding van de resultaten van een bij belanghebbende gehouden boekenonderzoek heeft de Inspecteur het standpunt ingenomen dat in de jaren 2004 tot en met 2006 niet een juiste winstverantwoording heeft plaatsgevonden in de ingediende aangiften IB/PVV. Dat leidde tot omzet- en winstcorrecties en het over deze jaren aan belanghebbende opleggen van de onderhavige navorderingsaanslagen IB/PVV en naheffingsaanslagen OB (met boetebeschikkingen en beschikkingen heffingsrente). De Inspecteur heeft in de procedure voor het Hof aangevoerd dat de administratie van belanghebbende moet worden verworpen omdat het door belanghebbende gehanteerde kassasysteem te lang de mogelijkheid biedt wijzigingen door te voeren die niet worden opgeslagen. Het geschil betreft de vraag of het Hof terecht heeft geoordeeld dat niet aannemelijk is geworden dat belanghebbende in de jaren 2003 tot en met 2006 niet zou hebben voldaan aan de administratieplicht en er daarom geen omkering van de bewijslast geldt. Het geding spitst zich toe op het oordeel van het Hof dat geen sprake is van een schending van de bewaarplicht. Het Hof overwoog dat de Inspecteur – op wie de bewijslast rust – niet aannemelijk heeft gemaakt dat de “tafels” niet “geboekt” of “afgesloten” werden nadat, zoals belanghebbende heeft verklaard, de rekening was betaald, dan wel dat het kassasysteem niet de mogelijkheid biedt om na te gaan of zulks geschiedde, bijvoorbeeld omdat datum en tijdstip van “openen” en “boeken/afsluiten” van een tafel niet werden bewaard. Het Hof hield het er daarom voor dat, zoals belanghebbende heeft verklaard, “tafels” nadat was afgerekend niet meer konden worden gewijzigd zonder dat dit zichtbaar zou zijn in de Z-afslag. Op basis van dit feitelijke oordeel oordeelde het Hof dat voor dat geval niet in geschil is dat het kassasysteem op dit punt voldoet aan de vereisten van artikel 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR). ECLI:NL:PHR:2014:1845 A-G Niessen overweegt dat ‘s-Hofs – mede op de aan hem als feitenrechter voorbehouden waardering van de bewijsmiddelen berustende – oordeel dat het kassasysteem op dit punt voldoet aan de vereisten van artikel 52 AWR, niet van een onjuiste rechtsopvatting getuigt en voldoende gemotiveerd en niet onbegrijpelijk is. Volgens de A-G volgt uit het oordeel van het Hof dat de met behulp van dat systeem vervaardigde totaaloverzichten per dag alle bestellingen en de daarop gevolgde betalingen omvatten die op de desbetreffende dag in de bestelcomputers waren ingevoerd. Dat betekent dat geen discrepantie bestaat tussen de bestellingen en de daarop gevolgde betalingen en de zogenaamde Zafslagen. Er zijn dus geen omzetgegevens verdwenen. De A-G overweegt dat hoewel met het wissen van de detailgegevens een mogelijkheid tot controle voor de Inspecteur verloren kan gaan, te weten een op goederenniveau te leggen verband tussen de verkoop en de inkoop, in de onderhavige zaak niet is vastgesteld dat dat gemis daadwerkelijk effectieve controle in de weg heeft gestaan. Ook voor zover de Staatssecretaris een beroep doet op het arrest van de Hoge Raad van 21 maart 2008, nr. 43966, faalt volgens de A-G de klacht. De A-G overweegt dat hoewel dit arrest raakvlakken heeft met de onderhavige zaak, eveneens een Chinees restaurant/afhaalcentrum dat hetzelfde, althans een vergelijkbaar kassasysteem hanteerde, sprake is van een wezenlijk andere feitelijke constellatie. De Hoge Raad benadrukte immers dat aan zijn arrest als uitgangspunt ten grondslag lag de niet door het Hof verworpen stelling van de Inspecteur dat het gehanteerde systeem niet waarborgde dat de daarmee vervaardigde totaaloverzichten alle bestellingen en daarop gevolgde betalingen omvatten, omdat eenmaal ingevoerde bestellingen gemuteerd of verwijderd konden worden. Daarom moest er in cassatie veronderstellenderwijs van worden uitgegaan dat de (niet gemuteerde en niet verwijderde) detailgegevens van de bestellingen van belang waren voor de belastingheffing, zodat belanghebbende die had moeten bewaren. Het Hof heeft feitelijk vastgesteld dat van die situatie in het onderhavige geval geen sprake is. Naar het de A-G voorkomt ligt aan het genoemde arrest van de Hoge Raad en in het spoor daarvan de uitspraak van het Hof ten grondslag dat – in overeenstemming met de tekst en strekking van artikel 52 AWR – een evenwicht moet worden gevonden tussen enerzijds aard en omvang van de onderneming en anderzijds de noodzaak om op redelijke wijze controle te kunnen uitoefenen over de wijze waarop de fiscaal relevante gegevens zijn vastgesteld. Zolang aan dat laatste is voldaan hetgeen naar ’s-Hofs feitelijke vaststellingen het geval is, bestaat ruimte om, in het bijzonder voor een kleinere onderneming, souplesse te betrachten ten aanzien van de eisen die aan de administratieve systemen worden gesteld. De conclusie strekt ertoe dat het beroep in cassatie van de Staatssecretaris ongegrond dient te worden verklaard.
Wijze van administreren Digitaal-Handmatig
Wijze van controle Gegevensgericht
Omkering van de bewijslast gesteld? Niet voldaan aan administratieplicht
Omkering van de bewijslast uitgesproken Niet aan de orde
Redelijke schatting correctie(s) Niet aan de orde
Is boete in stand gebleven? Niet aan de orde
Gewonnen/Verloren Niet aan de orde
Bronverwijzing V-N 2014/58.6 NTFR 2014/2731 FUTD 2014-2414