Zaakweergave:

Zaakinformatie

« Terug naar zaken   Naar dossier»

Algemene gegevens

Naam Waarde Ernst gebrek
Datum uitspraak 23 september 2014
Datum publicatie 17 oktober 2014
Soort bron ECLI:NL:
Bronspecificatie PHR:2014:1844
Soort rechtspraak Belastingrecht
Soort (rechts)college Parket bij de Hoge Raad
Locatie (rechts)college 's-Gravenhage
Kamer Niet van toepassing
Rolnummer(s) 13/04067
Middelen
  • Loonheffing
Jaren in geschil 2003-2006
Branchecode 56101
Branche-omschrijving Niet gespecificeerd
Inhoud Belanghebbende drijft een Chinees-Indisch restaurant en is administratieplichtig. Hij maakt gebruik van een geautomatiseerd bestellingen- en afrekensysteem (hierna: bestelcomputer). Van de in de bestelcomputer ingebrachte gegevens worden bewaard: datum bestelling, tijdstip verkoop, totaal bedrag bestelling en de betaalwijze. Wel ingebracht maar niet bewaard worden: menunummer, omschrijving menu, aantallen bestelling, prijs per artikel, keukenbonnen, nummer ober, tafelnummer, afrekening per ober en correctieboekingen (hierna: detailgegevens). De Inspecteur stelt zich op het standpunt dat de administratie van belanghebbende in alle onderhavige jaren moet worden verworpen omdat bij de controles van de Arbeidsinspectie is geconstateerd dat personeel in het restaurant (de keuken) heeft gewerkt dat niet in de loonadministratie is opgenomen. Verder stelt de Inspecteur dat belanghebbende een relevant deel van de administratie niet heeft bewaard. In dat kader wijst de Inspecteur erop dat belanghebbende niet de detailgegevens per bestelling heeft bewaard. Het Hof heeft overwogen dat aard en omvang van de geconstateerde tekortkomingen bij relatief kort na elkaar uitgevoerde controles meebrengen dat belanghebbende in de betreffende periode niet voldaan heeft aan de eisen die artikel 52 AWR stelt aan een (loon)administratie. Het Hof acht het, gelet op de tijdstippen van de controles van de Arbeidsinspectie (in maart en tweemaal in november 2007) aannemelijk dat deze gebreken in de (loon)administratie gedurende heel 2007 bestonden. Dat betekent dat voor het jaar 2007 op grond van artikel 27e, aanhef en onder b, AWR, omkering en verzwaring van de bewijslast geldt. Voor verdere extrapolatie van deze conclusie naar de jaren 2006 en eerder bestaan naar het oordeel van het Hof geen aanwijzingen. Het Hof is van oordeel dat ook anderszins geen aanleiding bestaat artikel 27e, aanhef en onder b, AWR toe te passen naar tijdvakken gelegen vóór 1 januari 2007. Het Hof verwijst hiervoor naar de uitspraak in de gelijktijdig behandelde zaak met rolnummers 12/00544 t/m 12/00548. De Staatssecretaris betoogt in cassatie dat het Hof ten onrechte de bewijslast alleen voor het tijdvak 2007 heeft omgekeerd en niet voor de overige tijdvakken. Het middel richt zich met name tegen het oordeel in de uitspraak van het Hof in de gelijktijdig behandelde zaak met rolnummers 12/00544 t/m 12/00548 waarnaar het Hof verwijst en waartegen de Staatssecretaris eveneens beroep in cassatie heeft ingesteld (nr. Hoge Raad 13/04127). ECLI:NL:PHR:2014:1844 A-G Niessen overweegt dat het oordeel van het Hof dat geen aanwijzingen bestaan voor een verdere extrapolatie van de conclusie dat op grond van de geconstateerde gebreken in de loonadministratie (op basis van de controles van de Arbeidsinspectie) voor het jaar 2007 op grond van artikel 27e, aanhef en onder b, AWR, omkering en verzwaring van de bewijslast geldt naar de jaren 2006 en eerder niet in het middel wordt bestreden. De A-G overweegt voorts dat, zoals de Staatssecretaris in de toelichting op het middel ook aangeeft, het middel zich dan ook richt tegen het oordeel van het Hof in de gelijktijdig behandelde zaak met rolnummers 12/00544 t/m 12/00548 waartegen de Staatssecretaris (ook) beroep in cassatie heeft ingesteld. De A-G neemt heden eveneens conclusie naar aanleiding van het vorenbedoelde cassatieberoep van de Staatssecretaris tegen het oordeel van het Hof in de gelijktijdig behandelde zaak met rolnummers 12/00544 t/m 12/00548. In deze conclusie, waarnaar kortheidshalve wordt verwezen, betoogt de A-G dat het beroep in cassatie ongegrond dient te worden verklaard. Omdat het onderhavige beroep in cassatie van de Staatssecretaris zich tegen hetzelfde oordeel van het Hof richt, kan het middel dan ook niet slagen. Ook belanghebbende heeft beroep in cassatie ingesteld en daarin een aantal motiveringsklachten aangevoerd. Deze klachten falen volgens de A-G. De conclusie strekt ertoe dat het beroep in cassatie van belanghebbende en dat van de Staatssecretaris ongegrond dienen te worden verklaard.
Wijze van administreren Digitaal-Handmatig
Wijze van controle Gegevensgericht
Omkering van de bewijslast gesteld? Vereiste aangifte is niet gedaan
Omkering van de bewijslast uitgesproken Niet aan de orde
Redelijke schatting correctie(s) Niet aan de orde
Is boete in stand gebleven? Niet aan de orde
Gewonnen/Verloren Niet aan de orde
Bronverwijzing V-N 2014/58.8 NTFR 2014/2732