Naam |
Waarde |
Ernst gebrek |
Datum uitspraak |
17 februari 2021 |
Soort bron |
ECLI:NL: |
Bronspecificatie |
RBZWB:2021:694 |
Soort rechtspraak |
Belastingrecht |
Soort (rechts)college |
Rechtbank |
Locatie (rechts)college |
Zeeland-West-Brabant |
Kamer |
Enkelvoudig |
Rolnummer(s) |
AWB 17/7179, 17/7180, 17/7300, 17/7319, 17/7320, 18/755, 18/756, 18/757, 19/2613, 19/2615, 19/2645 en 19/2671 |
Middelen |
|
|
Jaren in geschil |
IB: 2007-2009; OB: 2007-2010 |
Branchecode |
8560 |
Branche-omschrijving |
Dienstverlening voor het onderwijs |
Inhoud |
(Navorderings)aanslagen IB/PVV en Zvw, naheffingsaanslagen OB,
vergrijpboeten, schending verdedigingsbeginsel
De belangrijkste geschilpunten zijn de bewijslastverdeling, omzetcorrecties,
vermogensetikettering en vergrijpboeten. Bij de inhoudelijke behandeling van de
belastingbeschikkingen na een onherroepelijke informatiebeschikking (voor
bepaalde jaren is niet aan de administratieplicht voldaan) kan slechts aan de orde
worden gesteld of omkering van de bewijslast op zijn plaats is. De rechtbank vindt
omkering van de bewijslast gerechtvaardigd, vanwege de zeer gebrekkige
administratie van belanghebbende. De rechtbank oordeelt dat bij een gebrek aan
een deugdelijke administratie (boekhouding) belanghebbende niet aan de
verzwaarde bewijslast heeft voldaan. De rechtbank laat de door de inspecteur
aangebrachte omzetcorrecties, door hantering van het kasstelsel, in stand.
Daarnaast oordeelt de rechtbank dat ook met toepassing van de normale regels
van de stelplicht en bewijslast de omzetcorrecties voor de andere jaren/tijdvakken
stand houden. Belanghebbende maakt zijn stelling dat hij als handelsagent optreedt
voor een onderwijsinstelling in de Verenigde Staten van Amerika niet aannemelijk.
Belanghebbende maakt evenmin aannemelijk dat zijn omzet slechts bestaat uit een
vergoeding voor bemiddeling. Verder oordeelt de rechtbank dat belanghebbende
ten onrechte de gehele onroerende zaak, waar hij voor de helft eigenaar van is en
welke deels bestemd is voor belegging, tot zijn ondernemingsvermogen heeft
gerekend.
De rechtbank stelt vast dat ter zake van de vergrijpboete bij de naheffingsaanslag
OB 2007 sprake is van schending van het verdedigingsbeginsel en is van oordeel
dat de dreigende verjaring de naheffingsaanslag op te leggen niet als een
rechtvaardiging kan worden aanvaard. Arrest Prequ’ Italia leidt niet tot een ander
oordeel. De rechtbank vindt een algehele vernietiging van de vergrijpboete bij de
naheffingsaanslag OB 2007 op haar plaats. Vergrijpboeten met betrekking tot
andere jaren OB en IB/PVV zijn terecht opgelegd; er zijn redenen voor
vermindering en/of matiging. |
Wijze van administreren |
Digitaal-Handmatig |
Wijze van controle |
Gegevensgericht |
Omkering van de bewijslast gesteld? |
Niet voldaan aan administratieplicht |
Omkering van de bewijslast uitgesproken |
Ja |
Redelijke schatting correctie(s) |
Niet aan de orde |
Is boete in stand gebleven? |
Gedeeltelijk |
Gewonnen/Verloren |
Niet aan de orde |