Naam |
Waarde |
Ernst gebrek |
Datum uitspraak |
17 februari 2021 |
Datum publicatie |
13 april 2021 |
Soort bron |
ECLI:NL: |
Bronspecificatie |
RBZWB:2021:694 |
Soort rechtspraak |
Belastingrecht |
Soort (rechts)college |
Rechtbank |
Locatie (rechts)college |
Zeeland-West-Brabant |
Kamer |
Enkelvoudig |
Rolnummer(s) |
AWB 17/7179, 17/7180, 17/7300, 17/7319, 17/7320, 18/755, 18/756, 18/757, 19/2613, 19/2615, 19/2645 en 19/2671 |
Middelen |
|
|
Jaren in geschil |
IB: 2008, 2010: OB: 01-01-2011 t/m 31-03-2012 |
Branchecode |
8560 |
Branche-omschrijving |
Dienstverlening voor het onderwijs |
Inhoud |
(Navorderings)aanslagen IB/PVV en Zvw, naheffingsaanslagen OB, vergrijpboeten, schending verdedigingsbeginsel
De belangrijkste geschilpunten zijn de bewijslastverdeling, omzetcorrecties, vermogensetikettering en vergrijpboeten. Bij de inhoudelijke behandeling van de belastingbeschikkingen na een onherroepelijke informatiebeschikking (voor bepaalde jaren is niet aan de administratieplicht voldaan) kan slechts aan de orde worden gesteld of omkering van de bewijslast op zijn plaats is. De rechtbank vindt omkering van de bewijslast gerechtvaardigd, vanwege de zeer gebrekkige administratie van belanghebbende. De rechtbank oordeelt dat bij een gebrek aan een deugdelijke administratie (boekhouding) belanghebbende niet aan de verzwaarde bewijslast heeft voldaan. De rechtbank laat de door de inspecteur aangebrachte omzetcorrecties, door hantering van het kasstelsel, in stand. Daarnaast oordeelt de rechtbank dat ook met toepassing van de normale regels van de stelplicht en bewijslast de omzetcorrecties voor de andere jaren/tijdvakken stand houden. Belanghebbende maakt zijn stelling dat hij als handelsagent optreedt voor een onderwijsinstelling in de Verenigde Staten van Amerika niet aannemelijk. Belanghebbende maakt evenmin aannemelijk dat zijn omzet slechts bestaat uit een vergoeding voor bemiddeling. Verder oordeelt de rechtbank dat belanghebbende ten onrechte de gehele onroerende zaak, waar hij voor de helft eigenaar van is en welke deels bestemd is voor belegging, tot zijn ondernemingsvermogen heeft gerekend.
De rechtbank stelt vast dat ter zake van de vergrijpboete bij de naheffingsaanslag OB 2007 sprake is van schending van het verdedigingsbeginsel en is van oordeel dat de dreigende verjaring de naheffingsaanslag op te leggen niet als een rechtvaardiging kan worden aanvaard. Arrest Prequ’ Italia leidt niet tot een ander oordeel. De rechtbank vindt een algehele vernietiging van de vergrijpboete bij de naheffingsaanslag OB 2007 op haar plaats. Vergrijpboeten met betrekking tot andere jaren OB en IB/PVV zijn terecht opgelegd; er zijn redenen voor vermindering en/of matiging. |
Wijze van administreren |
Digitaal-Handmatig |
Wijze van controle |
Gegevensgericht |
Omkering van de bewijslast gesteld? |
Redelijke bewijslastverdeling van toepassing |
Omkering van de bewijslast uitgesproken |
Redelijke bewijslastverdeling van toepassing |
Redelijke schatting correctie(s) |
Ja |
Is boete in stand gebleven? |
Gedeeltelijk |
Gewonnen/Verloren |
Niet aan de orde |