Naam |
Waarde |
Ernst gebrek |
Datum uitspraak |
25 augustus 1999 |
Datum publicatie |
04 juli 2001 |
Soort bron |
ECLI:NL: |
Bronspecificatie |
GHAMS:1999:AA8019 |
Soort rechtspraak |
Belastingrecht |
Soort (rechts)college |
Gerechtshof |
Locatie (rechts)college |
Amsterdam |
Kamer |
Meervoudig |
Rolnummer(s) |
98/3247 |
Middelen |
|
|
Jaren in geschil |
1992 |
Branchecode |
92009 |
Branche-omschrijving |
Exploitatie van amusements- en speelautomaten |
Inhoud |
Belanghebbende exploiteert een snackbar en een lunchroom. In de periode van 1 januari 1992 tot en met 6 mei 1997 was in de snackbar één kansspelautomaat geplaatst; in de lunchroom waren twee kansspelautomaten aanwezig.In de loop van 1996 en 1997 heeft de Staatssecretaris van Financiën een landelijke actie doen instellen die -onder meer- was gericht op kansspelautomaten. Basis voor de actie was het Besluit ‘Tellers in speelautomaten’ van 12 april 1996, nr AFZ95/4121M, gepubliceerd in V-N 1996, blz. 1884 e.v. In november 1996 heeft de inspecteur bij belanghebbende een boekenonderzoek aangekondigd om na te gaan of belanghebbende uitvoering gaf een voornoemd besluit en om de aanvaardbaarheid van de aangiften vennootschapsbelasting en omzetbelasting over 1991 tot en met 1995 vast te stellen op het gebied van de speelautomaten. In 1997 is van het boekenonderzoek verslag uitgebracht. Belanghebbende heeft gedurende de periode 1 januari 1992 tot en met 16 juli 1996 de registratie van de tellerstanden van de speelautomaten niet bewaard. In de periode van 17 juli 1996 tot en met 6 mei 1997 zijn de tellerstanden bij belanghebbende 38 maal opgenomen door de exploitant en 4 maal door medewerkers van de belastingdienst. De opbrengstverantwoording over de jaren 1992 tot en met 1996 wijkt significant af van de omgerekende omzet op jaarbasis zoals die is berekend met de tellerstanden over de periode 17 juli 1996-6 mei 1997. De afwijking in procenten van de aangegeven omzet is voor de jaren 1992, 1993, 1994 en 1995 respectievelijk 182%, 177%, 93% en 141%. Naar aanleiding van de uitkomsten van het boekenonderzoek zijn aan belanghebbende voor de jaren 1989, 1990 en 1992 tot en met 1995 navorderingsaanslagen vennootschapsbelasting opgelegd met 50% boete. Voorts is een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd en zijn navorderingsaanslagen inkomstenbelasting opgelegd aan de (middellijke) aandeelhouders. Hof: Op grond van de lijn van de omzet van de speelautomaten in de periode voor 17 juli 1996 en gelet op de significante omzetstijging van de speelautomaten vanaf 17 juli 1996 heeft het Hof het vermoeden dat belanghebbende tot 17 juli 1996 jaarlijks aanzienlijke bedragen aan omzet van speelautomaten verzwegen. Dit vermoeden is ter zitting aan de gemachtigde voorgehouden en door hem niet ontzenuwd. Aannemelijk is dat tot 17 juli 1996 aanzienlijke bedragen aan omzet speelautomaten zijn verzwegen. De hoogte van die verzwegen omzet is zowel in absolute zin als in relatieve zin aanzienlijk geweest. Belanghebbende heeft niet de vereiste aangifte gedaan; derhalve moet belanghebbende overtuigend aantonen dat de navorderingsaanslag onjuist is. Belanghebbende heeft niet aangetoond dat de door de inspecteur geschatte -en ter zitting nader op 90% bepaalde- gecorrigeerde omzet te hoog is. Belanghebbende heeft stelselmatig gedurende een aantal jaren tot aanzienlijke bedragen aan omzet speelautomaten verzwegen. Opzet van belanghebbende is bewezen. Verhoging terecht en terecht geen verdere kwijtschelding dan tot op 50%. |
Wijze van administreren |
Digitaal-Handmatig |
Wijze van controle |
Gegevensgericht |
Omkering van de bewijslast gesteld? |
Vereiste aangifte is niet gedaan |
Omkering van de bewijslast uitgesproken |
Ja |
Redelijke schatting correctie(s) |
Gedeeltelijk |
Is boete in stand gebleven? |
Gedeeltelijk |
Gewonnen/Verloren |
Niet aan de orde |
Bronverwijzing |
V-N 1999/58.4
FUTD 2000-0141
Infobulletin 2000/0014 |