Zaakweergave:

Zaakinformatie

« Terug naar zaken   Naar dossier»

Algemene gegevens

Naam Waarde Ernst gebrek
Datum uitspraak 18 oktober 2000
Datum publicatie 04 juli 2001
Soort bron ECLI:NL:
Bronspecificatie GHAMS:2000:AA7968
Soort rechtspraak Belastingrecht
Soort (rechts)college Gerechtshof
Locatie (rechts)college Amsterdam
Kamer Meervoudig
Rolnummer(s) 9722089
Middelen
  • Vennootschapsbelasting
Jaren in geschil 1989
Branchecode Niet gespecificeerd
Branche-omschrijving Niet gespecificeerd
Inhoud Belanghebbende claimt in haar aangifte vennootschapsbelasting telkenjare forse bedragen aan voorgeheven dividendbelasting en rentelasten. In 1992 heeft een boekenonderzoek plaatsgevonden over 1989. In het daarvan gemaakte verslag is onder meer vermeld dat een groot bedrag is geleend van een bank in Koeweit en dat het grootste deel van de effectenportefeuille is verpand aan die bank. In verband met de Golfoorlog was er geen contact meer met de bank maar overleg tussen de bestuurder van belanghebbende en een representant van de bank heeft de bestuurder het vertrouwen gegeven dat de belegging en de lening normaal kunnen worden afgewikkeld. Belanghebbende stelt dat haar administratie medio 1996 in beslag is genomen door ambtenaren van financiƫn. De inspecteur kan na onderzoek van die stelling geen bewijs vinden. In de conclusie van repliek vermeldt de toenmalige gemachtigde van belanghebbende dat de betreffende ambtenaren inmiddels nogmaals (in 1998) op bezoek zijn geweest en dat belanghebbende thans beschikt over een kopie van de legitimatiebewijzen en een bewijsstuk van inbeslagneming; voorts wordt vermeld dat de stukken in kopie aan het Hof zullen worden gezonden. De betreffende stukken zijn niet overgelegd. De inspecteur stelt primair dat belanghebbende alsnog niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar bezwaar. Hof: er is in elk geval een begin van motivering. Overigens heeft de inspecteur een discretionaire bevoegdheid waarvan hij gebruik heeft gemaakt op de wijze zoals is geschied. Het ligt dan niet op de weg van het Hof om belanghebbende in de beroepsfase alsnog niet-ontvankelijk te verklaren in haar bezwaar. Hof overigens: er is een nieuw feit dat navordering rechtvaardigt. Voor de ambtenaar die het boekenonderzoek uitvoerde was er onvoldoende reden te twijfelen aan de juistheid van de verklaringen van de bestuurder van belanghebbende. Belanghebbende moet aftrekposten, rentelasten en voorgeheven dividendbelasting, aannemelijk maken. Belanghebbende is voluit in de gelegenheid gesteld bewijs te leveren van haar stelling dat de administratie in beslag is genomen. Het gestelde effectenbezit is niet aannemelijk gemaakt. De gestelde rentebetalingen zijn niet aannemelijk gemaakt en evenmin is aannemelijk dat sprake is van genoten dividend waarop dividendbelasting is ingehouden. Bewijslast keert om, zowel omdat de vereiste aangifte niet is gedaan als omdat niet is voldaan aan de administratieplicht van artikel 52 AWR. Er is sprake van ernstige en omvangrijke fraude. In de bezwaarfase geen grieven tegen heffingsrente. Op dit punt is belanghebbende niet-ontvankelijk.
Wijze van administreren Digitaal-Handmatig
Wijze van controle Gegevensgericht
Omkering van de bewijslast gesteld? Niet gespecificeerd
Omkering van de bewijslast uitgesproken Niet gespecificeerd
Redelijke schatting correctie(s) Niet gespecificeerd
Is boete in stand gebleven? Niet gespecificeerd
Gewonnen/Verloren Niet aan de orde
Bronverwijzing V-N 2001/7.8 FUTD 2000-1914