Naam |
Waarde |
Ernst gebrek |
Datum uitspraak |
05 januari 2009 |
Datum publicatie |
14 januari 2009 |
Soort bron |
ECLI:NL: |
Bronspecificatie |
GHAMS:2009:BG9490 |
Soort rechtspraak |
Belastingrecht |
Soort (rechts)college |
Gerechtshof |
Locatie (rechts)college |
Amsterdam |
Kamer |
Meervoudig |
Rolnummer(s) |
07/00472 t/m 07/00474 |
Middelen |
|
|
Jaren in geschil |
1999-2000 |
Branchecode |
56101 |
Branche-omschrijving |
Restaurants |
Inhoud |
Belanghebbende heeft niet voldaan aan de verplichtingen van art. 52 AWR. Art. 27e AWR daarom van toepassing. Redelijke schatting door inspecteur. Boete: Bij de vraag of een vergrijpboete passend en geboden is, moet ermee rekening worden gehouden dat de verschuldigde belasting met toepassing van de zogenoemde ‘omkering van de bewijslast’ is vastgesteld (vgl. Hoge Raad 18 januari 2008, nr. 41832). Volgens het Hof brengt dit mee dat de boete moet worden berekend over een lager bedrag dan het belastingbedrag indien aannemelijk is dat de ten gevolge van het vergrijp aanvankelijk niet geheven belasting minder beloopt dan het belastingbedrag dat (met toepassing van artikel 27e) bij het vaststellen van de navorderingsaanslag in aanmerking is genomen. In het licht van het in artikel 6 EVRM gewaarborgde recht op een ‘fair’ proces gaat het te ver om in het kader van de beoordeling van de vergrijpboete van de beboete te verlangen dat hij overtuigend aantoont (doet blijken) dat de boetegrondslag te hoog is. De omstandigheid dat bij de beoordeling van de vergrijpboete in eerste instantie wordt uitgegaan van de met ‘omkering van de bewijslast’ verschuldigde belasting komt immers neer op het hanteren van een veronderstelling ten aanzien van de boetegrondslag. Dit is niet in strijd met het EVRM mits het de beboete niet te zwaar wordt gemaakt die veronderstelling te weerleggen hetgeen het geval zou zijn indien van hem wordt verlangd dat hij overtuigend aantoont dat de boetegrondslag te hoog is. In casu is niet aannemelijk geworden dat de door het verzwijgen van winst aanvankelijk te weinig geheven belasting minder beloopt dan de ter zake bij het vaststellen van de navorderingsaanslagen in aanmerking genomen bedragen. Persoonlijke omstandigheden en tijdsverloop leiden wel tot vermindering. |
Wijze van administreren |
Digitaal-Handmatig |
Wijze van controle |
Gegevensgericht |
Omkering van de bewijslast gesteld? |
Niet voldaan aan administratieplicht |
Omkering van de bewijslast uitgesproken |
Ja |
Redelijke schatting correctie(s) |
Ja |
Is boete in stand gebleven? |
Gedeeltelijk |
Gewonnen/Verloren |
Niet aan de orde |
Noten/Commentaar |
NTFR 2009/355 met commentaar Van de Merwe |
Bronverwijzing |
NTFR 2009/355
FUTD 2009-0159 |