Naam |
Waarde |
Ernst gebrek |
Datum uitspraak |
06 maart 2009 |
Datum publicatie |
16 april 2009 |
Soort bron |
ECLI:NL: |
Bronspecificatie |
RBSGR:2009:BI1349 |
Soort rechtspraak |
Belastingrecht |
Soort (rechts)college |
Rechtbank |
Locatie (rechts)college |
's-Gravenhage |
Kamer |
Meervoudig |
Rolnummer(s) |
AWB 08/322 OB, AWB 08/323 IB/PVV, AWB 08/324 ZFW, AWB 08/325 IB/PVV, AWB 08/326 ZFW, AWB 08/327 IB/PVV, AWB 08/328 ZFW |
Middelen |
|
|
Jaren in geschil |
2001-2003 |
Branchecode |
4932 |
Branche-omschrijving |
Vervoer per taxi |
Inhoud |
Nieuw feit. Administratieplicht. Redelijk schatting en overtuigend aantonen na omkering bewijslast. vertrouwensbeginsel. Boete. X drijft een taxionderneming. In 2002 legt verweerder een bedrijfsbezoek bij eiser af waarvan een rapport is opgemaakt. In de eerste helft van 2004 stelt verweerder een boekenonderzoek in. Naar aanleiding daarvan legt hij navorderingsaanslagen IB/PVV, premie WAZ en Zfw voor 2001 en 2002 op, met vergrijpboeten, legt hij primitieve aanslagen IB/PVV, premie WAZ en Zfw voor 2003 op en legt hij een naheffingsaanslag OB 2001 t/m 2003 op, met vergijpboete. Omdat verweerder de primitieve aanslagen IB/PVV, premie WAZ en Zfw voor 2001 en 2002 heeft opgelegd terwijl er een boekenonderzoek liep en de resulaten daarvan niet heeft afgewacht, is met betrekking tot de navorderingsaanslagen IB/PVV, premie WAZ en Zfw voor 2001 en 2002 sprake van een ambtelijk verzuim. De rechtbank vernietigt deze navordeingsaanslagen en de daarbij gegeven boetebeschikkingen. Uit de door X voor de jaren 2001 tot en met 2003 bijgehouden rittenstaten blijken de voor de heffing van IB en OB essentiële gegevens onvoldoende. Deze essentiële gegevens zijn evenmin op andere wijze in de administratie van X vastgelegd. Derhalve heeft X niet aan zijn administratieplicht voldaan en volgt omkering en verzwaring van de bewijslast. Verweerder heeft de heffingsgrondslagen van de aanslagen IB/PVV, premie WAZ en Zfw voor 2003 en de naheffingsaanslag OB voor 2001 t/m 2003 redelijk geschat. Eiser heeft niet overtuigend aangetoond dat de opgelegde belastingaanslagen ten onrechte of tot te hoge bedragen zijn vastgesteld. Aan het rapport van het bedrijfsbezoek en de oplegging van de primitieve aanslagen IB/PVV, premie WAZ en Zfw kon eiser niet het vrechtens te beschermen vertrouwen ontlenen dat verweerder voor de aanslagen IB/PVV, premie WAZ en Zfw de aangiften van eiser en met betrekking tot de naheffingsaanslag OB de wijze waarop eiser zijn omzet administreerde zou volgen. Met betrekking tot de boetebeschikking die de rechtbank niet vernietigt, overweegt de rechtbank dat verweerder, anders dan eiser stelt, na de mededeling van het voornemen van boeteoplegging de aan de boete ten grondslag gelegde mate van verwijtbaarheid mag wijzigen. De boete wordt verminderd wegens overschrijding van de redelijke termijn. |
Wijze van administreren |
Digitaal-Handmatig |
Wijze van controle |
Gegevensgericht |
Omkering van de bewijslast gesteld? |
Niet voldaan aan administratieplicht |
Omkering van de bewijslast uitgesproken |
Ja |
Redelijke schatting correctie(s) |
Ja |
Is boete in stand gebleven? |
Gedeeltelijk |
Gewonnen/Verloren |
Niet aan de orde |
Bronverwijzing |
NTFR 2009/893
FUTD 2009-0899 |