Naam |
Waarde |
Ernst gebrek |
Datum uitspraak |
08 januari 2010 |
Datum publicatie |
02 april 2010 |
Soort bron |
ECLI:NL: |
Bronspecificatie |
GHSHE:2010:BL9886 |
Soort rechtspraak |
Belastingrecht |
Soort (rechts)college |
Gerechtshof |
Locatie (rechts)college |
's-Hertogenbosch |
Kamer |
Meervoudig |
Rolnummer(s) |
07/00545 |
Middelen |
|
|
Jaren in geschil |
1997-1999 |
Branchecode |
4519 |
Branche-omschrijving |
Handel in en reparatie van zwaardere bedrijfsauto’s, aanhangers en caravans |
Inhoud |
Belanghebbende exploiteert een autohandel in de vorm van een eenmanszaak. Tijdens een derdenonderzoek bij afnemer C zijn facturen van belanghebbende aangetroffen die niet in zijn administratie waren opgenomen. De daarop vermelde omzetbelasting heeft belanghebbende niet afgedragen. De op de facturen voorkomende aankopen betreffen in Duitsland aangekochte bedrijfswagens. Bij de Duitse ondernemers werden facturen op naam van belanghebbendes eenmanszaak aangetroffen. Belanghebbende heeft verklaard dat hij privé geld heeft geleend aan C, die daarmee in Duitsland bedrijfswagens heeft gekocht. Na verkoop van de bedrijfswagens door C in Nederland werd het voorgeschoten bedrag door C aan belanghebbende terugbetaald, aldus belanghebbende. Het hof komt onder meer op basis van de door de Duitse ondernemers afgelegde verklaringen tot het oordeel dat het ter beschikking stellen van substantiële bedragen aan C ten behoeve van de aankoop van bedrijfswagens in Duitsland is aan te merken als een bedrijfsmatige activiteit die binnen het kader van belanghebbendes onderneming heeft plaatsgevonden. Nu belanghebbende van de financiering niets heeft verantwoord in zijn bedrijfsadministratie heeft hij niet voldaan aan de in art. 52, eerste lid, AWR neergelegde administratieverplichtingen, zodat de bewijslast volgens het hof moet worden omgekeerd/verzwaard. Belanghebbende heeft volgens het hof niet overtuigend aangetoond dat niet hij de bij C aangetroffen facturen heeft opgesteld en uitgereikt. De naheffingsaanslagen zijn volgens het hof redelijk en niet willekeurig berekend omdat de inspecteur deze heeft berekend door de omzetbelasting zoals vermeld op de bij C aangetroffen facturen na te heffen. De boetes dienen echter te vervallen omdat de bewijslast dienaangaande bij de inspecteur ligt en hij tegenover de betwisting door belanghebbende, niet aannemelijk heeft gemaakt dat belanghebbende de bij C aangetroffen facturen heeft opgesteld en uitgereikt dan wel dat belanghebbende de bedrijfswagens heeft ingekocht en verkocht. |
Wijze van administreren |
Digitaal-Handmatig |
Wijze van controle |
Gegevensgericht |
Omkering van de bewijslast gesteld? |
Niet voldaan aan administratieplicht |
Omkering van de bewijslast uitgesproken |
Ja |
Redelijke schatting correctie(s) |
Ja |
Is boete in stand gebleven? |
Nee |
Gewonnen/Verloren |
Niet aan de orde |
Noten/Commentaar |
NTFR 2010/907 met commentaar mr. P.F. Zijlstra |
Bronverwijzing |
NTFR 2010/907
FUTD 2010-0888 |